Probeer de afgebeelde figuren na te leggen.
Uit welk patroon werd de afgebeelde piramide gevouwen?
Weet je, uit welke plattegrond je een piramide kan vouwen?
Vouw in gedachten de plattegronden tot een kubus. Kan men de plattegrond wel of niet tot een kubus vouwen.
Leg de patronen met tandenstokers of luciferhoutjes na.
Probeer de afgebeelde patronen onder de rode streek in spiegelbeeld na te tekenen.
Kijk goed naar de vierkanten, driehoeken en cirkels. Hoeveel stuks zie je van elk?
Probeer de geometrische vormen toe te wijzen.
Probeer de geometrische vormen te herkennen en de opgaven op te lossen.
Verklein en vergroot verschillende vormen met een liniaal. Het raster is er om je te helpen.
Symmetrische beelden herkennen en aan de hand van een raster natekenen.
Bekijk de vormen goed, en verbind vervolgens de punten met een liniaal.
Herken verschillende vormen en kleur deze met de juiste kleur in.
Met welke vormen kun je een vierkant vormen?
Door punten in de juiste volgorde te verbinden ontstaan verschillende vlakken. Kun je alle vlakken benoemen?
In dit werkblad het gaat om verschillende vlakken te onderscheiden en te herkennen.
De driehoek - domino werkt hetzelfde als een normaal domino spel, alleen dat bij een driehoek drie zijden overeen dienen te komen. Een leuk tijdverdrijf zelfs voor de allerkleinsten.
Met de hulp van een bepaald raster kan mooi zijn schuine foto's gemakkelijk te onderscheiden. Brieven aan het begin, de gemakkelijkste manier om dergelijke foto's te trekken. Pogingen om de standaard brief te verhogen en schrijf uw eigen naam met deze geweldige personages.
Kent u het verschil tussen lijnstuk (afstand), straal, lijn? Test je kennis!
In dit werkblad moeten de kinderen cirkels tekenen met verschillende stralen, en de afgebeelde cirkels de straal en diameter bepalen.
Met behulp van het raster is het eenvoudig om de figuren te spiegelen. Op de eerste pagina zijn een paar eenvoudige figuren weergegeven op de tweede pagina is het al wat complexer.
Een handige formule verzameling voor het berekenen van de inhoud van vlakken van verschillende driehoeken en vierhoeken.
Benoem de verschillende vormen (bol, kubus, piramide, kubus, kegel, cilinder). Welke overeenkomsten en verschillen vallen je op?
Onderzoek de beide lichamen. Hoeveel hoeken, randen en vlakken hebben ze? Welke randen zijn parallel aan elkaar?
Veel alledaagse objecten hebben geometrische vormen. Wijs de voorwerpen de juiste geometrische vormen toe. (bol, balk, kubus, kegel, cilinder, piramide)
De leerlingen moeten proberen om de lichamen de juiste eigenschappen toe te wijzen. Welk lichamen zijn rond, hoekig of kunnen rollen?
De leerlingen leren de figuren (driehoek, vierkant, rechthoek en cirkel) kennen en moeten deze in de aangegeven kleuren inkleuren. Bovendien moeten de leerlingen door goed te lezen de figuurtjes de juiste kleur geven.
De leerlingen leren de figuren (driehoek, vierkant, rechthoek en cirkel) kennen en moeten deze in de aangegeven kleuren inkleuren. Bovendien moeten de leerlingen door goed te lezen de figuurtjes de juiste kleur geven.
Hier leren de leerlingen verschillende vormen (cirkel, rechthoek, vierkant, driehoek) kennen. Door het uitkippen van de figuurtjes oefen de leerlingen hun fijne motoriek. Ze proberen de figuurtjes juist toe te wijzen. Door het betasten/voelen van de figuurtjes trainen ze hun tactiele waarneming.
Door het leggen van de voorbeeld figuurtjes zullen vooral de visuele perceptie van de leerlingen worden aangemoedigd. Eerder geleerde letters kunnen beter worden onthouden.
De leerlingen moeten figuren met de helft verkleinen en tot het dubbel vergroten. Hiervoor kunnen ze een liniaal gebruiken.
De leerlingen leren door eenvoudige vouwsnedes symmetrische figuren kennen. Zij moeten ontdekken welke figuren bij welke vouwsnedes horen en moeten de spiegel-as juist kunnen intekenen.
De leerlingen leren door eenvoudige vouwsnedes symmetrische figuren kennen. Zij moeten uitzoeken welke figuren symmetrisch zijn en moeten in staat zijn om de reflectie juist in te kleuren. Ook ondersteunt deze oefentekening het inzicht.
De leerlingen onderzoeken vlakken door op hun symmetrieas te vouwen. Ze leren het begrip symmetrie kennen en proberen verschillende patronen te spiegelen.
De leerlingen leren hoe om te gaan met een geodriehoek. Ze herkennen daarbij de kenmerken van een vierkant, dat alle zijden gelijk lang zijn. De leerlingen leren het meten van de zijden en kunnen rechte hoeken tekenen.
De leerlingen leren hoe om te gaan met een geodriehoek. Ze herkennen daarbij de kenmerken van een rechthoek. De leerlingen leren het meten van zijden en kunnen rechte hoeken tekenen.
De leerlingen leren hoe om te gaan met een geodriehoek. Ze herkennen daarbij de kenmerken van een rechthoek. De leerlingen leren het meten van zijden en kunnen rechte hoeken tekenen.
Volg Aduis nu - Klik hier en ontvang de nieuwste informatie op