Welk getal moet in het midden worden ingevuld?
Bereken de getallen die in de 4 velden ontbreken.
Leer eerlijk delen door Tom en Eva precies dezelfde aantallen ontvangen.
Los de sommen op door van elkaar af te trekken.
Ken je de deelbaarheidsregels? Hoe goed is je ruimtelijk voorstellingsvermogen?
De leerlingen moeten de deling zo aanpassen, dat de getallenwaarde wijzigt.
Op dit werkblad moeten de leerlingen alle getallen halveren en oefenen bovendien eenvoudige delingen.
Op dit werkblad moeten de leerlingen de verschillende vruchten kloppend verdelen.
Een geweldig spel, waarbij zelfs de rekenvaardigheden van de kinderen verbeterd worden.
In dit werkblad gaat het erom om uit te zoeken, of de gegeven getallen deelbaar zijn door de nummers 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 25.
De leerlingen leren delen in het getallengebied 20.
De leerlingen leren "delen" in het getallengebied 30. Ze moeten de motieven eerlijk delen en leren het deelteken (:) kennen.
De leerlingen kunnen dingen eerlijk verdelen. Ze leren de juiste manier van uitspreken (bijvoorbeeld 8 gedeeld door 2 is 4) en het gebruik van het deelteken (:).
De leerlingen leren de zin van het woord "delen". Zij moeten daarbij voedingsmiddelen eerlijk delen.
De leerlingen leren halveren in het getallengebied 8. Voor de leerlingen is het werkblad optisch zeer aantrekkelijke en daarom eenvoudig op te lossen.
In dit werkblad leren de leerlingen het delen met hele tientallen. Er blijft een rest over.
De leerlingen kunnen het delen met een 1-cijferige deler oefenen. De berekeningen moeten worden opgelost zonder rest. Er wordt met name op de getallenwaarde gewezen.
De leerlingen leren te delen met slechts een deler. Bijzonder van belang is de juiste uitspraak. Ook moet op de juisten getallenwaarde worden gelet. Ter controlle wordt de vermenigvuldiging gebruikt. In het tweede deel worden ook delingen met rest geoefend.
De leerlingen leren te delen met slechts een deler. Bijzonder van belang is de juiste uitspraak. Ook moet op de juisten getallenwaarde worden gelet. Ter controlle wordt de vermenigvuldiging gebruikt. In het tweede deel worden ook delingen met rest geoefend.
Hier leren de leerlingen het delen in het getallengebied 1000 met een 1-cijferige deler zonder rest.
De leerlingen moeten eenvoudige deelopgaven in het getallengebied 100 (met en zonder rest) kunnen oplossen. Bij een oefening moeten de vergelijkingstekens (>,<,=) worden gebruikt.
De leerlingen leren het schriftelijke delen met een rest in het getallengebied 1000.
De leerlingen leren het schriftelijke delen zonder rest in het getallengebied 1000.
Hier leren de leerlingen eenvoudige delen met een rest in het getallengebied 100.
De leerlingen leren vermenigvuldigen met de tafel van 3. De visuele voorstelling maakt het makkelijker te begrijpen. Daarnaast moeten eenvoudige delingen uit de tafel van 3 worden uitgevoerd.
Hier leren de leerlingen het verdubbelen c.q. het delen van getallen. Bovendien wordt het keerteken ingevoerd.
De leerlingen leren het begrip van het delen als een voorloper van de deling kennen.
Hier wordt de vermenigvuldiging van de tafel van 4 geleerd. Door te spelen met beelden, leren ze de eerste delingen. Ze moeten rekentermen met elkaar vergelijken en daarbij de relatie symbolen (=, <, >) correct toewijzen.
Hier wordt de tafel van 6 geoefend. Er moeten eenvoudige opgaven worden opgelost. Ook eenvoudige omkeer opgaven en het delen door 6 wordt geconsolideerd.
De leerlingen leren hier te delen met eenvoudige getallen. Ze oefenen de juiste manier van uitspreken van de deling en herhalen eenvoudige vermenigvuldigingen.
Volg Aduis nu - Klik hier en ontvang de nieuwste informatie op