Hier vindt je een groot aantal sommen in het getallengebied tot 30. Zoek uit of je moet een plus- of minteken in moet vullen.
Kun je het nummer 6 als natekenen? Probeer het en omcirkel steeds 6 stippen.
Leer het getal 7 kennen en kleur steeds 7 karakters op een ljjn.
Leer het getal 8 te schrijven en los de sommen op.
Kun je de 9 al schrijven? Leer het met dit werkblad en los de rekenslangen op.
Eerste sommen van 0 tot 20.
Eenvoudige rekenkundige opgaven van 0 - 20. Probeer deze aftreksommen een voor een op te lossen.
Leer het getal 3 schrijven en los het dominoraadsel op.
Teken met een kleurpotlood het cijfer na. Tevens een oefening om het getal 2 beter te leren kennen.
Leer het getal 4 schrijven en maak de oefening.
Leer het getal 5 schrijven en los de opgave op.
Hier vind je veel rekenopgaven. Oefen ijverig!
Reken uit en kleur de uitkomsten in!
In dit werkblad gaat het erom, de verschillende hoeveelheden te berekenen. Er worden drie verschillende oplossingsmethoden uitgelegd.
In dit werkblad zijn eerste schrijf- en rekenopgaven te vinden.
In dit werkblad zijn eerste schrijf- en rekenopgaven te vinden.
In dit werkblad zijn eerste schrijf- en rekenopgaven te vinden.
In dit werkblad zijn eerste schrijf- en rekenopgaven te vinden.
In dit werkblad zijn schrijf- en rekenopgaven te vinden tot het cijfer 6.
In dit werkblad zijn eerste schrijf- en rekenopgaven te vinden.
Hier los je eenvoudige optelsommen in het getallengebied 20 op.
Dit werkblad biedt eerste lees en rekenen opgaven.
Dit werkblad biedt eerste lees- en rekenopgaven.
Eenvoudige sommen om in te vullen, rangschikken van klein naar groot, het verbinden van getallen in het getallengebied tot 10.
Ken je mijn buren?
Tel tot 10, hoeveel dingen zie je op de afbeeldingen? Schrijf op!
De leerlingen oriënteren zich op het getallengebied 30. Ze oefenen het hoeveelhedenbegrip tot 30.
De leerlingen oefenen de getallen tot en met 30 en ranschikken ze in oplopende volgorde. De optellingen en aftrekkingen zijn speciaal beeldend vormgegeven. De leerlingen stoten op analogieën die bijdragen tot een beter begrip.
De leerlingen leren zich redden in het getallengebied 20. Ze leren de oneven en even nummers tot ongeveer kennen. Eenvoudige geïllustreerde rekenvoorbeelden met geldbedragen moeten worden uitgevoerd, zonder overschrijding van de tien.
De leerlingen herhalen de volgorde van de nummers tot en met 10. Op het werkblad zijn eerste tekstberekeningen (optellen en aftrekken) op te lossen. De leerlingen moeten verder zeld tekstopgaven verzinnen. Daardoor worden eenvoudige handelingen doorgrond en begrepen.
De leerlingen oriënteren zich in het getallengebied 10. Daarbij leren ze het begrip vermenigvuldigen als afkorting van het optellen kennen. Ze leren optel- en vermenigvuldigingssommen te combineren en oriënteren zich daarbij op de sprongen op de getallenlijn.
De leerlingen leren de getallen 0 tot 5 kennen. De getallenlijn biedt een ideale mogelijkheid. De leerlingen consolideren de volgorde van de nummers door herhaald tellen en vullen daarbij de ontbrekende nummers aan. Eenvoudige rekenopgaven (optellen, aanvullen) worden geoefend.
De leerlingen leren zich in het getallengebied 30 te oriënteren. Ze moeten de getallen tot 30 aanvullen en oefenen op deze manier het tellen. Ook naburige nummers moeten worden gevonden.
De leerlingen oefenen het optellen in het getallengebied 30. De illustratie van de ontbrekende getallen helpt de leerlingen bij het rekenen. Als herhaling oefenen de leerlingen het tellen en schrijven dan de getallen tot en met 30.
De leerlingen leren de getallen 1 tot 20. Ze vormen getallenrijen en leren de buren van de getallen kennen.
De leerlingen leren de tientallen en eenheden in het getallengebied 20 kennen. Het leggen van de kaartjes helpt de leerlingen hierbij.
De leerlingen leren wat tientallen en eenheden zijn in het getallengebied 20. De visuele voorstelling helpt bij het uitwerken van de getallenwaarde.
De leerlingen leren getallenreeksen in het getallengebied 22 voort te zetten. Ze moeten de buren van getallen vinden en ze juist invullen.
De leerlingen leren terugtellen en aftrekken in het getallengebied 10.
De leerlingen tellen in het getallengebied 10 vooruit en achteruit. Ze voeren eenvoudige optelsommen uit en lossen omgekeerde opgaven door aftrekken op.
De kinderen leren het aantal 10 kennen. Ze leren correct te tellen en herhalen de schrijfwijze van de cijfers 1 tot 10.
De kinderen leren het aantal 10 kennen. Ze leren correct te tellen en herhalen de schrijfwijze van de cijfers 1 tot 10.
Hier leren de leerlingen de hoeveelheid tot 8 en de schrijfwijze kennen. Door bewust te tellen oefenen ze de op- en afbouw van de getallenreeks tot 8. Bovendien oefenen ze de schrijfwijze van de cijfers 0 tot en met 8.
Hier leren de leerlingen de hoeveelheid tot 7 en hun schrijfwijze kennen. Ze oefenen de opbouw van de getallenrij en de schrijfwijze van de cijfers 0 tot en met 7.
Hier leren de leerlingen het cijfer 4 kennen. Ze oefenen de schrijfwijze van het cijfer en leren vooruit en achteruit tellen in het getallengebied 4. Daarbij worden de ontbrekende cijfers ingevuld.
Rekenen in het getallengebied 10. De studenten controleren de uitkomsten op hun juistheid. Daarnaast leren de studenten het getal 10 te ontbinden.
Volg Aduis nu - Klik hier en ontvang de nieuwste informatie op